Moestuin op de vensterbank: zo pak je dat aan

Moestuin op de vensterbank: zo pak je dat aan

Wie denkt dat het hebben van een moestuin onmogelijk is zonder tuin of balkon heeft het mis. Je kunt namelijk ook binnen aan de slag, op de vensterbank om precies te zijn. Toegegeven, komkommers zul je er niet makkelijk kunnen kweken, maar je hoeft je ook zeker niet te beperken tot enkel kruiden. Ook groenten en vruchten gedijen namelijk prima op een vensterbank. Wat ons betreft gaat er niets boven het telen van je eigen groenten en kruiden. Ben jij ook aangestoken door het moestuinvirus, maar heb je niet de luxe van een tuin of balkon? Laat je dan inspireren door de tips in dit blog en wie weet staat jouw vensterbank binnenkort vol met gezellige potjes.

Wat hebben groenten op de vensterbank nodig?

Hoe je een vensterbankmoestuin het beste kunt opzetten en onderhouden? We leggen het je stap voor stap uit.

Stap 1: Kies de juiste locatie 

Het begint allemaal bij het kiezen van de juiste locatie. Kiemen hebben voldoende zonlicht nodig en dus is het slim om een plek te kiezen waar je plantjes genoeg daglicht krijgen. Als je geen vensterbank op het zuiden hebt, kies dan voor een vensterbank op het oosten of westen. Is jouw vensterbank niet diep genoeg? Dan kun je ook een tafeltje of rekje voor het raam zetten. 

Stap 2: Kies de juiste planten

De ene plant heeft meer zonlicht nodig dan de ander. Het is daarom verstandig om planten te kiezen die geschikt zijn voor de hoeveelheid zonlicht dat door je raam valt. Kies daarnaast planten die niet te groot worden en die goed gedijen in potten. Kruiden zoals basilicum, tijm, rozemarijn en peterselie zijn bijvoorbeeld makkelijk te kweken op de vensterbank. Andere opties, naast kruiden, zijn bijvoorbeeld radijsjes, (pluk)sla, rucola, spinazie, lente ui, cherrytomaatjes en kleine soorten paprika’s.

Stap 3: Kies de juiste potten

Je kunt de jonge plantjes als je dat fijn vindt eerst in kleine kweekbakjes laten groeien om ze, wanneer ze iets groter zijn, naar de uiteindelijke pot te verpotten. Maar je kunt ze natuurlijk ook direct in de grote pot planten. Het spreekt voor zich, maar we benoemen het toch nog even: kies voor potten die groot genoeg zijn voor de planten die je erin gaat kweken, maar die óók op je vensterbank passen. Zorg er daarnaast voor dat de potten gaten in de onderkant hebben zodat het overtollige water afgevoerd kan worden. 

Stap 4: Bereid de potten voor

Plant je de plantjes eerst in kleine kweekbakjes? Dan is het bij het voorbereiden van de bakjes belangrijk dat je niet voor algemene potgrond vol voedingsstoffen gaat, maar voor luchtige potgrond, bijvoorbeeld potgrond speciaal voor zaaien en stekken of kokospotgrond. Deze aarde is fijner dan normale aarde waardoor de piepjonge plantjes geen extra moeite hoeven te doen om hun weg naar boven te vinden. Doe je de zaadjes gelijk in de grote pot, dan kun je het beste eerst een laag algemene potgrond met voeding in de pot doen met daarbovenop een laagje luchtige potgrond voor zaaien en stekken. Zo hebben de plantjes niet veel moeite bij het ontkiemen en krijgen de wortels, zodra ze beginnen te groeien, genoeg voedingsstoffen om uit te groeien tot een sterke plant.

Stap 5: Plant de zaadjes

Nu je de potten hebt voorbereid, is het tijd om de zaadjes te planten. Op het zakje staat altijd exact aangegeven hoeveel centimeter onder de grond de zaadjes gestopt moeten worden. Dat verschilt namelijk per plant. Zorg ervoor dat je de zaadjes zorgvuldig uit de verpakking haalt. Strooi vervolgens de zaadjes over de aarde of maakt heel gericht gaatjes met je vingers en plaats de zaadjes in de kuiltjes. Bedek vervolgens met een laag aarde van de gewenste dikte, schrijf op de pot of op een steeketiket wat je gezaaid hebt (want in het begin lijken alle planten op elkaar) en het wachten kan beginnen.

Stap 6: Verzorg je vensterbankmoestuin goed

Met alleen het zaaien ben je er natuurlijk nog niet. Een vensterbankmoestuin heeft, net als een normale moestuin, de nodige liefde en aandacht nodig, voordat het smaakvolle producten produceert. Hou daarom altijd de volgende tips in je achterhoofd:

  • Zorg er allereerst voor dat je plantjes regelmatig water krijgen door middel van een plantenspuit en in een later stadium door een kleine gieter. Let wel op, want te veel water kan tot wortelrot leiden. Geef de planten daarom alleen water zodra de bovenste laag van de potgrond droog aanvoelt. 
  • Daarnaast is warmte fijn voor het plant, maar té warm is ook niet goed. Zet het raam daarom zo nu en dan open of zet je plantjes zodra ze ontkiemt zijn in een koelere ruimte, zoals de slaapkamer.
  • Als je merkt dat er te veel zaadjes kiemen, dan kan je niet anders dan plantjes opofferen. Als je ze namelijk allemaal laat staan, heb je kans dat geen enkel plantje sterk en gezond wordt. Om de slagingskans te vergroten, moet je dus soms alleen de mooiste en sterkte kiem laten staan en de rest wegknippen. Specifiek knippen, want door plantjes weg te trekken kun je de wortels van de goede plantjes beschadigen.
  • Met name in een wat later stadium, als je kiemen uitgegroeid zijn tot plantjes, hebben ze meststoffen nodig om gezond en sterk te blijven. Je kunt hiervoor speciale moestuinmest aanschaffen, maar er zijn ook natuurlijke middeltjes zoals koffieprut, eierschalen of een treksel van bananenschillen of (on)kruid.
  • Ten slotte is het belangrijk om de planten af en toe een kwartslag te draaien, zodat alle kanten van de plant gelijkmatig worden blootgesteld aan het licht. 

Ben je van plan om je plantjes uiteindelijk naar buiten te verhuizen? Doe dat dan zeker niet te snel, maar wacht liever zo lang mogelijk (in ieder geval tot na de laatste vorst). De overgang van binnen naar buiten kan namelijk best groot zijn. Je kunt ze beter afharden, wat betekent: dagelijks even in de buitenlucht zetten en dat steeds meer opbouwen. Na ongeveer een week zijn ze gewend aan de nieuwe omgeving en zijn ze klaar om buiten te staan en nóg groter te worden.